Zat ik zo maar vanmorgen in de bus.
Het was, ik schat, rond 1983, dat ik van het VWO af kwam. Ik had de keuze: gaan werken of doorleren. Werken had ik geen zin in dus werd het doorleren. Maar wat? Ik was op het VWO goed in wiskunde en vond het wel een goed idee om in die richting door te gaan. Maar ik wilde geen wiskunde gaan studeren want ik wilde geen leraar worden. Wist ik veel.
En dus ging ik econometrie studeren. Die studie werd pas voor de tweede jaar gegeven op de Erasmus universiteit. Dus niemand wist nog wat econometrie was. Econometrie is het wiskundig oplossen van economische problemen. Dat had ik destijds uit mijn hoofd geleerd om lastige vragen te beantwoorden.
Om op de universiteit te komen moest ik met bus 25 naar de Leyweg en dan op bus 23 naar Rijswijk station en dan met de trein naar Rotterdam en daar nog met een tram naar de universiteit tegen over het stadion van voetbalclub Excelsior.
Nu wil het dat een heel goede vriend van mij vlak bij de Leyweg woonde en ook met bus 23 naar Rijswijk moest. om daar naar de HTS (als ik me goed herinner) te gaan. En dus kwam het regelmatig voor dat we samen op de bushalte (vrij naar Jiskefet) stonden te wachten. Maar als bus 23 van de andere kant eerder kwam keken we elkaar aan en vroegen:”Wat gaan we doen?”. Bus 23 de andere kant op ging namelijk naar Kijkduin. En Kijkduin vonden we veel leuker dan naar school. En zo kwam het dat we meer tijd doorbrachten op Kijkduin dan op school.
En zo mijn eerste belevenissen in de bus. Maar vanochtend zat ik sinds jaren dus weer eens in een bus. Naief als inwas vroeg ik de buschauffeur hoe ik wist dat ik bij de halte was aangekomen waar ik er uit moest. Vroeger zei je dat tegen de chauffeur en riep hij om dat je er uit moest terwijl hij in zijn achteruitkijkspiegel keek of je nog in de bus zat.
Maar tegenwoordig wordt de halte omgeroepen. Niet door de buschauffeur maar door een inspreekmevrouw met een mooie stem. En bovendien hangen er schermen in de bus die laten zien wat de volgende haltes zijn. Hartstikke handig.